Beperking bewegingsvrijheid

Beperking bewegingsvrijheid

Beperking om het eigen leven in te richten

KC23-024 22 juni 2023

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klager]
Instelling : Pro Persona
Klachtnummer : KC23-024
Datum ontvangst klacht : 09 juni 2023
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Datum hoorzitting : 19 juni 2023
Datum beschikking : 22 juni 2023

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[XX] (klager)

[XX] (advocaat)

[XX] (mentor/zus)

 

[XX] (verweerder/verpleegkundig specialist)

 

[XX] (voorzitter)

[XX] (psychiater)

[XX] (lid)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Ingediende klacht

  1. Beperking bewegingsvrijheid
  2. Beperking vrijheden (inrichting van het leven)

 

Bevoegdheid klachtencommissie

Klager heeft een klacht ingediend over een situatie als bedoeld in artikel 10:3 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz). De klachtencommissie is op grond van artikel 10:1 lid 2 Wvggz bevoegd om uitspraak over deze klacht te doen.

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 09 juni 2023 een klachtenformulier ontvangen inzake verplichte zorg en dezelfde dag partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor een hoorzitting.

 

De klachtencommissie heeft op 14 juni 2023 het verweer ontvangen en diezelfde dag doorgestuurd naar partijen. De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 19 juni 2023. Partijen hebben tijdens de zitting hun standpunt toegelicht. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de uitspraak uiterlijk op 23 juni 2023 per mail aan partijen zal worden gezonden.       

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht;

-           Verweerschrift;

-           Beschikking zorgmachtiging d.d. 04-11-2022;

-           Medische verklaring d.d. 12-10-2022;

-           Bevindingen GD d.d. 14-10-2022;

-           Zorgplan d.d. 05-10-2022;

-           Behandelplan FPA d.d. 26-05-2022 en 01-02-2023;

-           Zorgkaart;

-           Decursus en rapportage VPK 04-11-2022 t/m 04-11-2023;

-           Beslissing verlenen VZ d.d. 05-06-2023.

 

 

Feiten

Klager is een [leeftijd] man bekend met traumatisch hersenletsel na een auto-ongeluk in 2004. Sindsdien is sprake van epileptische aanvallen en een stoornis in het gebruik van middelen bij

een psychotische kwetsbaarheid.

 

Klager ontvangt verplichte zorg op grond van een zorgmachtiging met een ingangsdatum van 04 november 2022 en met een expiratiedatum van 05 november 2023. Opname en beperking vrijheden vormen onderdeel van de toegestane verplichte zorg.

 

 

Verslag van de hoorzitting

 

Standpunt van klager

De advocaat van klager licht ter zitting de klacht toe. Hij geeft aan dat autonomie van een client uitgangspunt is van behandeling. Er is sprake van opgelegde strafrechtelijke voorwaarden. Klager heeft zich daar goed aan gehouden aldus de advocaat. Dat is een eigen keuze van klager. Klager is gemotiveerd om mee te werken aan alle voorwaarden met als doel terugkeer naar zijn eigen woning. Hij benoemt dat er naar de toekomst gekeken moet worden. Klager is bij Pro Persona geplaatst om het ernstig nadeel weg te nemen. Klager heeft zich enorm ingezet om aan de voorwaarden en regels te voldoen, aldus zijn advocaat. Daarom moet er meer ruimte komen voor terugkeer naar zijn eigen woning benoemt hij. De oude woning van klager was een slooppand. Dat betekende veel tijdelijke bewoning en een omgeving waarin veel drugs gebruikt werd. De woning waar klager nu naar toe kan ligt in een buitenwijk. Het is een hele andere omgeving waar niet veel drugsgebruikers wonen. Dit biedt klager kans op een nieuwe start vervolgt advocaat. De bedoeling is nu dat klager na ontslag geplaatst wordt bij beschermd wonen. Dan komt klager opnieuw terecht in een omgeving waar veel drugs gebruikt worden. Advocaat vraagt zich af of dit vanuit behandelperspektief wel adequaat is. Advocaat benadrukt dat klager geen bezwaar heeft tegen de zorgmachtiging. De ingediende klachten hebben betrekking op de vormen van verplichte zorg die klager belemmeren om toe te werken naar de eigen woning.

 

De aanwezige mentor is de zus van klager. Zij vertelt dat er door de reclassering een mooi stappenplan is gemaakt met als perspectief terugkeer naar de eigen woning. Haar broer heeft hieraan op vrijwillige basis meegewerkt vertelt zij. Hij ziet in dat zijn oude leven niet goed voor hem was en wil dit veranderen. Ondanks het advies een aantal maanden geleden voor uitstroom naar begeleid wonen en niet naar de eigen woning, heeft klager meegewerkt en zich enorm ingezet. Hij wil laten zien wat hij wel kan, aldus de mentor. Ze vindt dat klager geen eerlijke kans heeft gehad. Ze ziet de toegevoegde waarde van begeleid wonen niet. Bij eerdere plaatsingen is gebleken dat hij niet goed functioneert op een groep.  Begeleid wonen is dus geen passende zorg aldus mentor. Zij uit haar verbazing over het feit dat dit besloten is terwijl klager zich eind vorig jaar zo goed ontwikkelde dat hij sneller door de behandeling kon gaan. Er is volgens mentor niets gebeurd waardoor dit woonadvies gewijzigd had moeten worden.  

 

Standpunt van verweerder

Verweerder benoemt dat zij niet kan reageren op beloftes die gedaan zijn voor de opname bij Pro Persona. Zij gaat af op wat zij signaleert na opname. Verweerder ziet een kwetsbaarheid op het terrein van drugs. Dat speelt zelfs al in deze beschermde omgeving, aldus verweerder. Ze bevestigt de inzet van klager maar ziet veel beperkingen waar klager niets aan kan doen. Zijn brein is ernstig beschadigt vervolgt ze. Klager heeft een omgeving nodig met veel zorg, welke niet geboden kan worden in de thuissituatie. De mogelijkheden hiervoor zijn uitputtend onderzocht. Helaas is gebleken dat die er niet zijn, aldus verweerder. Daarom is begeleid wonen een passende oplossing. In die situatie kan verder onderzocht worden op welke terreinen klager zich nog verder kan ontwikkelen en waar grenzen liggen.

Verweerder stelt dat klager regelmatig uit contact gaat en samenwerking dan niet mogelijk is. Ze constateert een wisselende motivatie bij klager. Er is nu een goed beeld van wat klager aan zorg nodig heeft. Dat betreft intensieve zorg die thuis niet geboden kan worden. Klager heeft vaak hulp nodig bij het douchen en aantrekken van zijn kleding bijvoorbeeld. Voor opname is klager intensief begeleid door [naam]. Ondanks deze forse inzet van zorg vonden er meerdere ernstige delicten in de thuissituatie plaats, zoals brandstichting en ernstig fysiek geweld jegens hulpverleners. De psychiater van het [naam] team heeft verweerder begin april 2023, na herhaaldelijk multidisciplinair overleg over de toekomstperspectieven van klager, laten weten dat zijn team van mening is dat begeleid wonen noodzakelijk is, omdat herhaaldelijk is gebleken dat zelfstandig wonen met begeleiding onvoldoende bescherming biedt. Verweerder benadrukt nogmaals dat er een reële kans bestaat op ernstig nadeel voor klager en anderen als hij zelfstandig gaat wonen met intensieve begeleiding.

 

De mentor merkt op dat zij zich verbaast over het feit dat het [naam] team klager niet meer zou willen begeleiden. Zij waren voorstander van streven naar zelfstandig wonen en een van de medewerkers heeft zelfs een handtekening onder dat contract gezet, aldus de mentor. Volgens verweerder betrof dit een medewerker en niet de zorgverantwoordelijke van klager. Deze medewerker had geen bevoegdheid om een dergelijke afspraak te maken aldus verweerder.  

 

Op een vraag van de commissie antwoordt klager dat hij geen cannabis meer gebruikt. De tests waren misschien positief omdat hij de rook heeft ingeademd. Klager vertelt dat hij voldoende kennissen heeft die hem kunnen helpen als hij zelfstandig woont. Medicijnen innemen kan hij zelf. Heeft hij vaker gedaan aldus klager.

 

De commissie bevraagt verweerder over de mogelijkheid om met begeleiding zelfstandig te gaan wonen. Zij vertelt dat de psychiater van het Fact-team aangegeven heeft dat begeleid wonen noodzakelijk is. Het is meerdere keren ernstig misgegaan. Zij zien geen mogelijkheden om samen te werken met Unique zorg. Er is teveel gebeurd in het verleden waar veiligheid in het geding was.

De commissie vraagt of het niet mogelijk is om al tijdens het huidige verblijf te onderzoeken wat de uiterste mogelijkheden van klager zijn met betrekking tot zelfstandig wonen. Verweerder bevestigt dat dit onderzocht zou kunnen worden op een afdeling langdurende zorg. Dan zou klager een of meerdere keren overgeplaatst moeten worden. Zo’n afdeling heeft ook de mogelijkheid om gefaseerd van een gesloten naar open traject te gaan. Zij geeft aan het gesprek hierover wel aan te willen gaan al is het aanbod niet groot en de doorstroom traag. Verweerder voegt toe dat ook bij het RIBW de mogelijkheid bestaat om toe te werken naar zelfstandig wonen.

 

De mentor licht toe dat het functioneren van klager in een groep ook afhankelijk is van de medebewoners. Op de huidige afdeling houdt hij zich rustig maar zit veel op zijn kamer vertelt zij. Op een eerdere afdeling ging het niet goed.

 

Verweerder geeft aan dat klager momenteel vrijheid niveau 8 heeft. Klager heeft tijdens de opname veel vrijheden opgebouwd. Het signaleringsplan ondersteunt hierbij. Dit geeft aan hoe een client erbij zit en of er geschakeld moet worden in vrijheden. Zelfstandig reizen naar zijn eigen woning en daar overnachten is nog niet mogelijk, vervolgt verweerder.

 

In de tweede ronde vult verweerder aan dat begeleid wonen ook diverse woonvormen biedt met meer of minder eigen voorzieningen. Zij benoemt dat zij regelmatig constateert dat klager geniet van gezamenlijke activiteiten op de groep. Verweerder vindt dat teveel gefocust wordt op onhaalbare doelen. In de thuissituatie is het met niet forensische zorg erg misgegaan. Dat gunt ze klager niet nogmaals.  

De mentor denkt dat het risico op cannabisgebruik bij begeleid wonen veel groter is dan wanneer klager zelfstandig woont. Klager financiert nu de nieuwe woning zelf met spaargeld. Als dit geld op is dreigt hij de woning kwijt te raken. Een traject moet dus niet te lang duren.

 

Tenslotte benoemt verweerder het ernstig nadeel dat ontstaat als klager zelfstandig zou gaan wonen. Dit ziet op verwaarlozing, niet voor zichzelf kunnen zorgen, risico op dagelijks drugsgebruik en medicatie niet adequaat innemen met het risico op psychoses. Ondanks de eerdere intensieve zorg zijn medicatierollen in de woning gevonden. Klager nam deze dus onregelmatig in. Hij loopt dan een groot risico op insulten en kan fors agressief reageren naar derden. Klager is niet in staat op tijd hulp te vragen.  

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klachten zien op de uitvoering van de verplichte zorg en zijn gericht tegen de beperkingen van de bewegingsvrijheid en de vrijheid het leven in te richten zoals bedoeld in artikel 8:9 Wvggz en zijn ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften zoals vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klager is een [leeftijd] man. Klager heeft naar aanleiding van een verkeersongeval een niet-aangeboren hersenletsel. Klager is op 07 juni 2022 opgenomen op de [afdeling] in [plaatsnaam] naar aanleiding van een strafrechtelijke veroordeling en een zorgmachtiging. Klager klaagt over de beperkingen die hem zijn opgelegd zoals de beslissing zijn verlof te beperken. Verder klaagt klager over de vrijheid het leven in te richten. Klager wil graag zelfstandig reizen naar familieleden en naar zijn eigen huis met het openbaar vervoer. Klager geeft aan geen drugs meer te gebruiken.

 

Verweerder geeft aan dat klager is veroordeeld voor bedreiging met zware mishandeling en is opgenomen bij [afdeling] in het kader van een voorwaardelijke straf (14aSr, lopend tot 14-04-2025, met klinische voorwaarde voor maximaal 1 jaar), plus een zorgmachtiging. In het vonnis van klager is opgenomen dat hij dient mee te werken aan de indicatiestelling en plaatsing binnen begeleid wonen als de reclassering dit nodig acht. De reclassering acht dit nodig en inmiddels is klager door de reclassering aangemeld voor een woonplek bij het RIBW. Klager wil niet opgenomen zijn en zijn vrijheden uitbreiden. Klager toont nauwelijks ziektebesef- en inzicht, wat het voor hem lastig maakt dit te begrijpen. Zo blijft hij ondanks het voor hem op maat geregelde taxivervoer nastreven zelfstandig te reizen op verloven, waarbij hij al eens door 2 forensisch begeleiders moest worden opgehaald op Utrecht Centraal Station na een fors insult aldaar.

Klager was hierbij verward, licht verwond en had zichzelf als gevolg van urine-incontinentie bevuild.

De opname in de accommodatie zorgt voor waarborging van zijn dagstructuur en zelfzorg, tijdige medicatie-inname onder toezicht, voorkomt zoveel als mogelijk terugvallen in cannabisgebruik en wendt zodoende ernstig nadeel af. Verweerder zoekt momenteel naar een plek binnen het RIBW waar deze zorg voortgezet kan worden, zodat ook de veiligheid na opname gewaarborgd blijft. Het reizen per taxi is voor klager geregeld zodat hij op een veilige en prettige manier contact kan onderhouden met zijn netwerk. Klager is tweemaal positief getest op drugs bij urinecontroles. Concluderend kan gezegd worden dat dit alles tezamen maakt dat de inzet van bovengenoemde verplichte zorg noodzakelijk wordt geacht om ernstig nadeel, te weten agressie jegens zichzelf en anderen, verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang, af te wenden.

 

De commissie constateert dat aan alle formele aspecten van de verplichte zorg inzake de beperking van zijn vrijheden en zijn vrijheid om het leven zelf in te richten zijn voldaan door het uitreiken van de kennisgeving verplichte zorg op 05 juni 2023. Verweerder heeft voldaan aan de proportionaliteit en subsidiariteit, eisen gesteld aan verplichte zorg.

 

Verweerder maakt de afweging tussen het afwenden van het ernstig nadeel en de verplichte beperkingen. De positieve uitslagen van de recente drugstest tonen aan dat klager nog drugs gebruikt. Hierdoor neemt de kans op ernstig nadeel fors toe, zo blijkt uit het dossier. Onder invloed van cannabis neemt de kans op medicatie-ontrouw en psychotische ontregelingen toe alsmede zijn agressie en insulten.

Bij de begeleiding (vóór opname) vond de reguliere GGZ de problematiek van klager te complex. Hierop is ambulante forensische zorg [naam] ingezet. Verder kreeg klager begeleiding van [naam zorginstelling]. Ondanks deze forse inzet van zorg vonden er meerdere ernstige delicten in de thuissituatie plaats, zoals brandstichting en ernstig fysiek geweld jegens hulpverleners (waaronder een poging tot verwurging van zijn vaste begeleider van [naam zorginstelling]).

 

De commissie volgt inhoudelijk de ingezette verplichte zorg van verweerder zowel op het gebied van beperking van de bewegingsvrijheid als de vrijheid om het leven in te richten.

Dit maakt dat beide klachten ongegrond verklaard worden.

 

Uitspraak

 

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de beperking van de bewegingsvrijheid ongegrond

 

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de vrijheid het eigen leven in te richten ongegrond.

 

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

Aldus besloten,

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz klachtencommissie

Datum: 22 juni 2023

Aantal bladzijden: 6